16 september komt dit boek uit! 🌏🌊❤️

Als fotograaf Sanne naar het piepkleine eiland Kiribati afreist voor een reportage ontmoet ze Taubu; visser, lokale volleybalheld en volkomen onbekend met het Westen. Wat begint als een vakantieflirt, groeit uit tot een allesverslindende liefde. Als Taubu enkele maanden later voor het eerst in zijn leven in een vliegtuig stapt om Sanne te bezoeken, slaat corona toe en kan hij niet meer naar huis. Van de een op de andere dag geldt hij als ‘illegaal’ en een jarenlange weg langs instanties begint.
De lange weg naar huis is een onwaarschijnlijk verhaal over liefde, cultuurverschillen en het doorzettingsvermogen dat nodig is om een relatie te laten slagen. Ontroerend, geestig, vlijmscherp en radicaal eerlijk.

‘Waar is de zon?,’ vraagt Taubu als we de draaideuren van Schiphol uitlopen. Van een afstandje zie ik mijn broer en zijn vriendin op ons afkomen. De vriendin valt Taubu in de armen en overhandigt hem een bos tulpen, die hij met een grote glimlach ontvangt. Dan blaast hij een wolkje met zijn adem en zegt hij: ‘Smoke.’’

Bestel het hier

INTERVIEW (NRC 12 september 2025)
Zij komt uit Arnhem, hij van een eiland in de Stille Oceaan.
‘We hebben het gevoel gehad dat alleen wij in ons geloofden’

Onwaarschijnlijke liefde 
Op Kiribati, in de Stille Oceaan, werd fotograaf Sanne Zurné verliefd op een visser, Taubu Komwe. Nu wonen ze samen in Arnhem. Ondanks hun grote verschillen wisten ze in verbinding te blijven. „Daar ging enorm veel teleurstelling aan vooraf.”

Teri van der Heijden, gepubliceerd in de NRC op

Ze hadden nog geen woord met elkaar gewisseld. En toch. Toen fotograaf Sanne Zurné hem zag, op een strand aan de andere kant van de wereld, wist ze het meteen, zegt ze. „Dit is de richting die ik op moet in mijn leven.”

Het was 2019, de man die ze zag was Taubu Komwe. Een visser op Kiribati, een eilandenrijk op de evenaar in de Stille Oceaan, precies op de grens van het oostelijk en westelijk halfrond. Sanne was gekomen om de gevolgen van de stijgende zeespiegel te fotograferen. Want Kiribati zal, als er niets gebeurt, als een van de eerste landen door de opwarming van de aarde verdwijnen. Het hoogste punt op het grootste eiland is drie meter.

Ze dacht er, op dat strand, „natuurlijk” ook meteen achteraan: dit kán helemaal niet. „Maar ik voelde ook: als wij samen een leven zouden hebben, dan zou alles goed zijn.” Het kon wel. Sanne en Taubu werden verliefd, kochten een huis in Arnhem en hebben een zoon: Zafar van drieënhalf. Taubu werkt als verhuizer en zit op volleybal. 

Maar ‘alles’ was niet zomaar goed. Toen Taubu in 2020 voor het eerst in zijn leven zijn land verliet om Sanne te bezoeken in Nederland, brak corona uit. De grenzen gingen dicht, het afgelegen Kiribati (134.000 inwoners) probeerde het virus zo lang mogelijk buiten te houden. Wat een bezoek van drie weken had moeten zijn, werd een verblijf van jaren – waarin Taubu aanvankelijk illegaal in Nederland was en niet mocht werken. 

„Als je verliefd wordt, betekent dat niet per se dat je een goede relatie krijgt”, zegt Sanne (36). Zij en Taubu bleven bij elkaar, maar nog steeds is samenzijn een zoektocht. Ze schreef een boek over hoe hard je moet werken voor een liefde die niet voor de hand ligt. Met instanties, met de mensen om je heen, en met elkaar. De lange weg naar huis verschijnt volgende week. 

CV
Sanne Zurné (1988) is fotograaf en werkt als beeldredacteur voor onder meer de Volkskranten Het Parool (en eerder ook voor NRC). Ze maakte verschillende fotoreportages in het buitenland, zoals in Irak, Egypte, Marokko en Groenland. 

In 2019 reisde Zurné naar Kiribati, een eilandstaat in de Stille Oceaan, om de gevolgen van klimaatverandering vast te leggen. Op Kiribati ontmoette ze Taubu Komwe, met wie ze nu in Arnhem woont, samen met hun zoon Zafar. Over haar leven met Taubu schreef ze De lange weg naar huis (Atlas Contact), dat volgende week verschijnt. 

In Nederland was alles anders. 
„Ja, op Kiribati had ik het gevoel dat Taubu een heel sterk kompas had, precies wist wat hij vond en wilde. In Nederland keerde hij heel erg in zichzelf.” In haar boek beschrijft Sanne hoe ze Taubu aan vrienden probeert te helpen, via sportclubs en vrijwilligerswerk. Ze regelt een vispas voor hem, zodat hij in Nederland ook mag vissen, hoewel niet met een speer. Ze gaat met hem mee naar een sollicitatie. Neemt hem mee naar etentjes met andere stellen. Niks gaat vanzelf.

Taubu Komwe (27) zegt, in een apart gesprek aan de telefoon: „Op Kiribati weet ik hoe ik met mensen moet praten, met ze moet omgaan.” Nederlanders hebben het vaak over serieuze dingen, vindt hij. „Wij praten over vissen, maken grapjes.” Toen hij jonger was, zegt Taubu, leek het hem een goed idee om naar een ander land te gaan, om geld te verdienen. Veel inwoners van Kiribati zijn arm, de werkloosheid is er hoog. „Nu weet ik: het is eenzaam. Mensen spreken niet mijn taal.” Taubu is de enige Kiribatiër in Nederland. „Vaak wilde ik liever dáár zijn.”

Hoe bleven jullie toch verbonden?
Sanne Zurné: „Nou, daar ging eerst enorm veel teleurstelling aan vooraf. Ik wilde steeds nieuwe dingen met Taubu proberen. Dan nam ik hem weer mee naar een restaurantje. Maar hij eet alleen rijst met kip. Eigenlijk het liefst met vis, maar de vis in Nederland vindt hij niet vers genoeg, dus dat werd kip. Nou, ik at misschien één keer per maand vlees. Toen had ik opeens kilo’s kip in huis, en niet van de biologische slager, hè. Dat vond ik natuurlijk helemaal niks. 

„Toen hij zijn verblijfsvergunning had, gingen we naar Italië. Ik dacht: yes, nu kunnen we samen reizen, we gaan naar het Comomeer. Het werd een fiasco. Hij interesseerde zich totaal niet voor de omgeving. Als ik zei: kijk nou, wat mooi, dat meer, dan zat hij vaak op zijn telefoon. Ik heb geprobeerd om hem naar mijn hand te zetten, een soort halve Nederlander van hem te maken.” Ze lacht. „Maar dat pikte hij natuurlijk niet. Hij probeerde wel dingen hoor – dan ging hij weer mee naar een filmhuisfilm. Maar we merkten dat het niet werkte.”

Als hij met zijn speer de zee in ging, las ik een boek op het strand

Je hebt losgelaten wat mensen vinden van hoe jullie samenleven, schrijf je, dat jullie bijvoorbeeld ’s avonds apart eten. Is dat de sleutel, dat je doet wat voor jullie werkt en niet wat ‘hoort’?
„Ja, zeker. Onze tweede vakantie was naar Curaçao. Daar ging hij met zijn speer de zee in en ik las een boek op het strand. Dan aten we ’s avonds de tonijn die hij had gevangen. Dat vond hij het einde, dat hij mij een vis kon geven.”

Als Taubu in 2020 na drie weken gewoon terug had gekund, waren jullie dan nog samen?
„Dat weten we niet. Die eerste zomer dat hij in Nederland vastzat, voelde ik heel sterk: hij moet naar huis. En hij voelde dat ook.”

Ben je nu blij met hoe het is gelopen? 
Stralend gezicht: „Ja! Ja, absoluut. Ik heb het gevoel dat we iets heel waardevols hebben wat niet echt meer stuk kan gaan. Wat ons verbindt is dat we allebei heel erg vooruit willen. Daarin sluiten we feilloos op elkaar aan. Bijvoorbeeld toen we een verblijfsvergunning voor hem moesten regelen. En als wij een muurtje moeten witten, dan is dat echt zo gedaan.”

Een schilderij met Taubu, Sanne en Zafar op Kiribati, een huwelijkscadeau. FOTO JAGODA LASOTA

Op Kiribati zijn de verhoudingen tussen mannen en vrouwen traditioneler. Is dat ingewikkeld in jullie relatie?
„Op Kiribati is een vrouw die werkt eigenlijk al een probleem. Als ik na werk nog wat ging drinken, kreeg hij van zijn familie een sneer. Waarom is ze nog niet thuis? Hij probeert het wel te begrijpen hoor, maar hij is echt opgegroeid met andere normen en waarden. Ik hou er best wel van om bij een borrel te blijven hangen, maar ik denk nu vaker: weet je, ik ga wel gewoon naar huis. Omdat ik geen zin heb in een discussie.

„In de opvoeding van onze zoon lopen we ook tegen zulke dingen aan. Zafar wilde laatst graag nagellak op, dus dan doe ik dat bij hem. Toen Taubu dat zag, kreeg hij meteen zo’n wolk van boosheid om zich heen. Omdat ik onze zoon homoseksueel probeer te maken – zo ziet hij dat. Ik leg dan uit hoe ik het zie, en dan zegt hij: oké, ik zal proberen er vanuit een ander perspectief naar te kijken. 

„Ik ga ook ten onder aan opvoedtrends, zoals gentle parenting. Hij is juist autoritair: ik bepaal de regels, jij luistert. Dat leidde soms tot schreeuwende ruzie waar onze zoon bij was. Daar hebben we therapie voor gehad. Er is veel liefde en jullie doen erg je best, was de conclusie, maar jullie moeten accepteren dat jullie dingen heel anders zien.”

Hij past zich aan, jij past je aan – zijn er ook mensen die jouw concessies, zoals vroeg naar huis gaan, niet begrijpen?
„Ja. En dat snap ik ook wel, maar mensen denken er soms te makkelijk over. Ik help Taubu bijvoorbeeld nog steeds met heel veel dingen, zoals belastingaangifte. Dan zegt een vriend: dat moet hij toch gewoon zelf doen? Mensen gaan er snel vanuit dat hij dezelfde westerse kennis heeft als wij. We zijn wel gesteund hoor, door mijn familie en goede vrienden, maar we hebben ook vaak het gevoel gehad dat alleen wij erin geloofden.”

Nog steeds?
„Laatst zei een vriendin: ik zou nooit met iemand willen zijn die zo weinig verdient. En mijn broer zei: Taubu kan geen afspraken maken, dus ik geef het op. Nou, dat snap ik wel, want Taubu reageert inderdaad vaak niet op berichtjes. Dus dan ga ik nog een keer met hem zitten om het erover te hebben. Plannen is een van de grootste problemen waar hij tegenaan loopt in Nederland. Kijk, op papier is het gelukt, is Taubu helemaal ingeburgerd. Hij werkt, sport, heeft vrienden. Maar dat onderliggende… tja, moet je het lijden noemen? Ongemak? Dat speelt een grote rol in ons leven.”

Een buurvrouw dacht dat Taubu een fietsendief was, terwijl hij zijn eigen fiets van het slot aan het halen was. 
„Ja. Ik had het idee: racisme bestaat, maar alleen door een bepaalde groep. Zeker niet in mijn eigen straat. Toen we verhaal gingen halen bij die buurvrouw, zag ik gewoon een hele vriendelijke vrouw. Ze werd overvallen door schaamte toen we haar confronteerden. Maar al snel krabbelde ze ook weer terug. Je vertoonde ook verdacht gedrag, zei ze. Het is door Taubu tot me doorgedrongen in wat voor bevoorrechte bubbel ik leef.”

Kan iemand gelukkig zijn op een plek waar hij zich niet thuis voelt?
„Nou, dat vraag ik me af. En ook: mogen we dat van Taubu verlangen? Want dat doen mensen wel.”

Sanne en Taubu lieten allebei een palmboom van Kiribati op hun arm tatoeëren. FOTO JAGODA LASOTA

Hebben jullie overwogen om op Kiribati te gaan wonen? 
„Ja, want dat is wel zijn wens. We zijn daar in 2023 geweest, ook om te onderzoeken of dat zou kunnen. Toen werd onze zoon ziek, krentenbaard. In Nederland krijg je een smeerseltje en dan is het weg. Dat hadden ze daar niet, en het werd erger en erger. Dus toen zaten we daar, in de hitte, zonder stromend water, met een ziek kind. Ik wist toen: ik wil hier niet wonen. Vooral vanwege onze zoon, omdat de gezondheidszorg slecht is en de scholen niet het niveau hebben dat ik voor hem zou wensen. En het is zo vreselijk geïsoleerd.”

Wat vindt de familie van Taubu ervan dat hij is weggegaan? 
„Die denken: Taubu heeft het gemaakt. Hij verdient veel geld, hij geeft ons geld – fantastisch. Dat Taubu eigenlijk terug wil, dat snappen zij totaal niet.”

Jullie zoon is half Kiribatisch, maar hij is daar pas een keer geweest.
„Ja, hij is enorm bezig met het eiland van papa, maar het is te ver en te duur om er vaak heen te gaan. We zijn aan het onderzoeken waar we dan zouden kunnen wonen, om hem dat eilandleven toch mee te geven. Ook omdat Taubu, denk ik, nog heel lang heel hard zijn best zal moeten doen om hier zijn weg te vinden. En ik ben ook naar mezelf gaan kijken. Ik reisde vroeger veel, leidde helemaal niet zo’n burgerlijk leven. Is dit het leven dat we willen? Ik denk dat het nodig is om een nieuw plekje voor onszelf te zoeken, voor meer balans en gelijkwaardigheid.” 

Ze denken aan Curaçao. Taubu zegt, aan de telefoon, dat hij zijn zoon wil kunnen leren hoe hij moet jagen. „Hij moet weten hoe hij moet vissen, in bomen klimmen. De dingen die ik leerde toen ik jong was. Soms ga ik met hem vissen. Maar waar ik opgroeide, had je geen vispas nodig.” 

Over zijn familie – zijn vader, zijn tweelingbroer Taubuki, zijn zussen en hun kinderen – maakt Taubu zich wel zorgen, zegt hij. Verzilting is in Kiribati een groot probleem. Steeds meer palmbomen gaan dood, delen van het land worden onleefbaar, het drinkwater wordt zouter. „Mijn familie maakt zich soms ook zorgen. Sommige mensen proberen weg te komen. Als ik het geld had, zou ik ze meenemen.” 

Nog steeds, zegt Taubu, mist hij Kiribati. „Maar als ik bij Sanne en Zafar ben, voel ik me meestal goed. Ik noem hen nu mijn huis.” 

Taubu Komwe en Sanne Zurné in hun huis in Arnhem. 
FOTO JAGODA LASOTA

Posted in